Tot 2022 bevatte mijn financieel overzicht een grote kostenpost: vakantie. Een X aantal weken per jaar dat ik naar het buitenland vertrok en (veel) geld uitgaf. We verbleven in hotels, B&B’s, Airbnb’s, guesthouses, hostels, bungalows of campings. Daar reserveerde ik – gebaseerd op gemiddelden uit het verleden – € 330,- per maand voor, inclusief vervoer, eten, uitjes, enzovoort. En ondertussen liepen de hypotheek en alle andere woonlasten in Nederland ook gewoon door natuurlijk.
Vakantie, wat is dat eigenlijk?
Zowel toen ik in loondienst werkte als toen ik zzp’er was, had ik het gevoel vakantie echt nodig te hebben. Voor mij betekende dat: even helemaal uit weg uit de ‘dagelijkse sleur’, even niks te maken met werkmails, meetings, todo-lijstjes en collega’s. Andere omgeving, ontspannen, reizen. Uitslapen en uitrusten. Alles langzaam aan doen, geen wekker – behalve voor iets heel leuks. En ik vertrok het liefst meteen na mijn laatste werkdag om pas terug te komen op de zondagavond – net op tijd voordat die wekker weer dagelijks om 7 uur afging.
Zo zagen mijn vakanties er uit, en die van veel mensen om mij heen. Maar wat doen/deden we nou eigenlijk? En waarom?
Vakantie volgens Onze Taal (met in de link als bonus een leuke uitleg over het verschil tussen met of op vakantie gaan):
va·kan·tie (de; v; meervoud: vakanties)
- periode dat je niet hoeft te werken of naar school hoeft, verlof
- reis die je maakt in deze periode
1. Vakantie als ‘periode dat je niet hoeft te werken’
Eerst maar even over dat werken. Ik heb mezelf dus FIRE verklaard, ik heb geen baan en ben geen zzp’er meer. Momenteel heb ik zelfs helemaal geen inkomen (ik kan overigens niet uitsluiten dat dat in de toekomst toch weer gaat gebeuren – er borrelt al wat).
Toch vind ik dat ik werk. Ik krijg alleen niet betaald in geld, maar in andere waardevolle vormen: gratis of goedkope woonplekken, vriendendienstjes terug, blije studenten (die ik af en toe nog online begeleid), goedkope boodschappen, omdat ik er ‘werktijd’ aan besteed die te vinden, etc. Verder heb ik wat creatieve projectjes lopen, die ik soms ook als werk zie. Ik zet ook nog steeds dagelijks een wekker, om de ‘werkdag’ te beginnen, en die gaat in het weekend uit.
Ik werk dus – naar mijn eigen definitie – maar zo weinig uren dat ik er niet van bij hoef te komen. De rest van mijn tijd is vrije tijd of hobby.
Een aansluitende ‘periode waarin ik niet hoef te werken’ voelt op dit moment als totaal overbodig.
2. De reis als vakantie? Niet als je altijd reist (of er geen behoefte meer aan hebt)
Wij reizen van cat-sit naar huurhuis naar house-sit, en doen overal ongeveer hetzelfde: projectjes achter de laptop, lezen, iets nieuws leren en verder veel buiten zijn. Zowel de cat-sit adresjes als de huurhuizen in Spanje zijn meestal fijne locaties in mooie, rustige omgevingen; plekken waar ik vroeger vakanties naar toe boekte!
We zijn ook zes maanden in Thailand geweest, en verbleven daar vooral in langdurige accommodaties. Ook daar was onze daginvulling ongeveer hetzelfde als de rest van het jaar, zij het met misschien iets meer uitjes. En we verkasten iets vaker van bungalow naar appartement, maar ook dat zou ik geen reizen noemen, en al helemaal geen ‘reis die je maakt tijdens je vakantie.’
Reizen en op fijne locaties verblijven is nu onderdeel van ons leven. Dus ook met deze definitie van vakantie heb ik nu niet veel meer.
Heb ik dan echt helemaal geen vakantie meer?
Ik begon dit stukje (in mijn hoofd) te schrijven vanaf een camping in Spanje. Ik ben net terug van een paar dagen kamperen met een vriendin die over is gekomen uit Nederland. Mijn wekker stond uit, we zaten in een andere omgeving en mijn dagen bestonden uit lange wandelingen, koken op gaspitjes, veel eten, lezen en kletsen. Mijn ‘laptop-projectjes’ lagen even stil (vandaar ook dat het ook even duurde voordat ik weer iets postte). Totaal anders dan mijn normale dagelijkse leven dus. Heb ik dan niet stiekem tóch vakantie genomen?
Misschien wel. Maar het voelde zó anders dan de vakanties die ik vroeger echt nodig dacht te hebben, dat ik het toch niet zo zou noemen. Er waren wel extra kosten, want we hebben immers ook nog een tijdelijk huurhuis waar meneer F. een paar dagen hele slechte muziek heel hard kon afspelen zonder mij in de buurt. Maar die extra kosten boek ik tegenwoordig onder uitje met overnachting, gevoelsmatig een totaal andere kostenpost dan vakantie. En de bedragen komen niet eens in de buurt van wat ik vroeger onder vakantie rekende.
Conclusie
Vakantie is eigenlijk maar een vaag begrip. Maar ik prijs mezelf gelukkig dat ik geen behoefte meer voel aan een afgebakende periode van vrije tijd, of de drang om grote reizen te maken om even aan het leven te ontsnappen.
Interessant ook is dit citaat van Wikipedia over effecten van vakantie op ons welbevinden:
“Volgens Nijmeegse onderzoekers neemt het niveau van gezondheid en welbevinden toe tijdens een vakantie. Het grootste effect wordt aangetroffen op de 8e dag van de vakantie. Als de persoon weer gaat werken, is de situatie in de eerste werkweek alweer op het oude niveau.“
Bizar eigenlijk, maar ook heel herkenbaar. Misschien is het daarom een beter idee om het advies van Seth Godin op te volgen:
“Instead of wondering when your next vacation is, maybe you should set up a life you don’t need to escape from.”
Ik geloof dat dit weekje kamperen me heeft doen inzien dat ik dat inderdaad gedaan heb: zo’n leven opgebouwd. En daar prijs ik mezelf gelukkig mee. Nooit gedacht dat vakantie als kostenpost schrappen zo rijk zou voelen.